Wat een stijlvol einde aan de prachtige carrière van Matt Ryan, op de plek waar het voor hem vijftien jaar geleden begon. In Atlanta regisseerde hij zijn eigen afscheid na een NFL-loopbaan die je alleen maar op waarde kunt schatten. En schei uit over die Hall-of Fame.
Helemaal goed, de ceremonie deze week. Een hand en een knuffel voor eigenaar Arthur Blank, die hem in 2008 naar Atlanta haalde. Hij schraapt zijn keel. Doet zijn jasje dicht en maakt een beleefd grapje over het eerste etentje van destijds, dat de club had betaald.
In het bijzijn van zijn vrouw en drie jonge zoons spreekt hij warme woorden over de club, over de kans die hij heeft gekregen en over de dromen die hij als jonge knul had. Eén wens is opengebleven – namelijk dat hij nog wat langer had willen spelen, zodat zijn kinderen meer bewust van zijn actieve loopbaan hadden meegekregen – maar hij telt zijn zegeningen.
Eén wens? Ja, natuurlijk gaat het over die ene dag, en misschien wel die ene play in 2017 – het beslissende moment waardoor de Superbowl zo dramatisch de verkeerde kant op viel. Devonta Freeman staat te snurken, mist zijn block op Donta Hightower, en in een fractie van een seconde gaat alles mis: strip-sack. De grootste implosie in een Superbowl ooit begint.
Later geeft Patriots-coach Bill Belichick toe hoe ontzéttend close dat ene moment was. “It hurts”, zei Ryan deze week, en dat het altijd deel van zijn leven zal zijn. Maar ook: dat dát het leven is, en dat je door moet. Dat we nu terugkijken en dat moment laten bepalen of hij ‘goed’ was of ‘onbetwist’ goed, is niet gepast.
Vijftien jaar NFL op hoog niveau is niet niks. Zeker niet als je top-tien aller tijden bent in allerlei belangrijke statistieken, 234 wedstrijden starter was, bijna 63.000 yards en bijna 400 touchdowns hebt gegooid en voor vier Pro Bowls werd geselecteerd. Tien jaar lang gooide hij meer dan 4000 yards.
Ryan is een van de meest duurzame, succesvolle en betrouwbare spelers ooit, MVP in 2016, NFC-kampioen en het gezicht van de club die hem als derde keuze in de draft van 2008 had gekozen. Ik gok dat 90% van alle NFL-teams vandaag de dag een figuurlijke moord pleegt om morgen een quarterback te tekenen zoals Matt Ryan gemiddeld genomen was.
Nee, geen ring. En hij kwam de klap van die Superbowl niet meer te boven, ondanks dat hij daarvoor nagenoeg alles goed deed. Maar dat bepaalt niet of hij een (heel) goede speler was. En houd op met de vraag of hij wel of geen Hall-of-Fame is. Dat is totaal niet relevant: clickbait voor digitale media.
Ryan heeft vijftien jaar op niveau gespeeld, heeft meer gewonnen dan verloren, lijkt nog kerngezond, is multimiljonair en mag boven alles koesteren dat hij een prachtig jong gezin heeft. Hij moet nog 39 jaar worden en heeft als atleet bijna alles bereikt wat er te bereiken valt, met hopelijk nog vele jaren als coach, tv-analist, golfer of wat dan ook voor zich.
In zijn speech bedankte hij zijn vrouw. Zonder haar steun, toewijding en opoffering was het nooit gelukt, zei hij met emotie in zijn stem. Alles draaide altijd om hem.
In de zaal zaten ook drie oud-teamgenoten: center Todd McClure, rots in de branding in in de eerste vijf seizoenen. Receiver Michael Jenkins, die zijn eerste NFL-pass omzette in een 62 yard touchdown. En Brian Finneran, de nuttige teamspeler die niet de beste maar wel één van de hardst werkende jongens op het veld was en niet stuk kon bij de fans.
Net als zijn eerste play, was ook zijn laatste een touchdown – in 2021 tegen de Saints. En dit afscheid, met een symbolisch contract voor één dag, was dat ook.
Matt Ryan is een van de betere quarterbacks ooit, een sieraad voor de sport en dat is meer dan genoeg om trots op te zijn, met of zonder een plekje in Canton.
Gewoon goed. Punt.
Auteur Jeroen van den Berk is columnist voor Gridiron. Hij was als speler actief in Nederland en Duitsland (2000-2018). Hij volgt de NFL sinds 1999 en is fan van de Detroit Lions. In Gridiron – The Magazine is hij ook te lezen. Een abonnement op het magazine bestel je hier.