De Cincinnati Bengals hadden tot in de laatste minuut van de AFC Championship Game een goede kans om de Super Bowl voor het tweede jaar op rij te halen. Eén personal foul later is alles anders en gaan de Kansas City Chiefs naar de eindstrijd: 20-23.
In de eerste twee kwarten is het Kansas City dat op het eigen Arrowhead een gaatje slaat. Field goals zijn er over en weer maar alleen tight end Travis Kelce vindt de endzone. Halverwege is de marge zeven.
De Bengals komen echter aanzienlijk beter de kleedkamer uit en als Joe Burrow zijn receiver Tee Higgins vindt wordt het zelfs 13-13. Marquez Valdes-Scantling en Samaje Perine helpen beide teams aan nog een touchdown, voor het écht spannend wordt.
Met 2:30 minuten te gaan in het vierde kwart krijgt Cincinnati de bal terug, maar ondanks twee first downs komt het niet tot scoren en punt het de bal weg. De game lijkt dan af te stevenen op overtime – voor het eerst met de nieuwe regels rondom balbezit in de extra tijd – tot een run van Patrick Mahomes.
Het is niet de run zelf die spectaculair of buitenaards is, voor de verandering. Maar terwijl Mahomes out of bounds gaat om op het oog een te lange field goal attempt neer te zetten krijgt hij een duw in de rug van Bengals-defensive end Joseph Ossai. De unnecessary roughness wordt gecalled en plotseling is de field goal nog ‘maar’ 45 yards. Kicker Harrison Butker legt aan en schiet raak – nét over de lat. Dat was hem vanaf vijftien yards verder waarschijnlijk nooit gelukt.
De vreugde bij de Kansas City Chiefs is er niet minder om, zij gaan voor de derde keer in vier seizoenen naar de Super Bowl. Daarin treft het de Philadelphia Eagles, dat eerder op de avond het gehavende San Francisco 49ers versloeg.
De Cincinnati Bengals blijven met lege handen en ongetwijfeld ontgoocheld achter. Een kans om na de verloren Super Bowl van vorig jaar nu dan eindelijk de eerste Vince Lombardi trophy in de franchise-geschiedenis te pakken, gaat in rook op.