De winnaar van de kraker tussen de Buffalo Bills en de Kansas City Chiefs zondagnacht mag zich opmaken voor een trip naar Baltimore. Daar won thuisploeg Ravens al met al overtuigend van seizoensrevelatie Houston Texans, waardoor het de gastheer zal zijn van de AFC Championship Game.
Zaterdagavond kenden de Ravens nog een moeizame eerste helft, waar het bij rust 10-10 stond. In kwarten drie en vier walste Baltimore echter over Houston heen. Het stond geen punten meer toe en scoorde er zelf nog 24, waardoor de eindstand op 10-24 uitkwam.
Meest in het oog springende uitblinker bij de Ravens was, zoals zovaak dit seizoen, Lamar Jackson. De quarterback was niet alleen dodelijk door de lucht, maar zeker ook over de grond. Hij rende voor 100 yards en twee touchdowns, bovenop twee passing touchdowns naar Isaiah Likely en Nelson Agholor.
De offense van de Texans, waar rookie wide receiver Tank Dell afwezig was met een blessure, kon geen vuist maken. Slechts drie punten footballden de aanvallers bijelkaar, de enige touchdown van Houston was een 67 yard punt return touchdown van Steven Sims.
Het is makkelijk om te stellen dat de Texans op offense dus tekort kwamen, maar dat zou niet voldoende credits geven aan de verdediging van de Ravens. Met de beste defense in de league wist Baltimore het aanvalsspel van Houston lam te leggen en bewees het zich andermaal als dé Super Bowl-kandidaat in de AFC.
Door de zege van de Ravens is al bekend dat de Chiefs níet voor de zesde keer op rij de AFC Championship Game zullen hosten. De winnaar van het absolute topaffiche van deze divisional round, Buffalo Bills at Kansas City Chiefs, reist hoe dan ook af naar Baltimore. Daar zal pas voor de tweede keer, en voor het eerst sinds 1970, bepaald worden wie de AFC vertegenwoordigt bij de Super Bowl. Toen was de thuisploeg overigens Colts, dat later naar Indianapolis zouden verhuizen.
–
Foto: Pro Shots / SIPA USA