Een abonnement op Gridiron The Magazine? Vier bewaarnummers voor een lage prijs!

NFL Weekly: Dick Butkus, het Beest

Dick Butkus, Hall of Famer, zoon van Chicago en verantwoordelijk voor het neerzetten van een nieuwe standaard als middle linebacker, is niet meer. Hij werd 80 jaar. In zijn tijd gold hij als de hardste, meest dominante en vooral meest gevreesde speler op het veld.

Door: Jeroen van den Berk

Richard Marvin ‘Dick’ Butkus was een verpersoonlijking van de ‘Monsters of the Midway’, en misschien wel de felste van allemaal. Een roofdier. In staat om een tegenstander in twee stukken te bijten. Onovertroffen qua intensiteit en intuïtie – tot het randje en er vaak ook overheen. Hij was bijna niet af te stoppen en boezemde angst in bij tegenstanders.

Van al zijn bijnamen, is ‘Het Beest’ wel de meest pakkende. Wijlen Deacon Jones, zelf één van de beste verdedigers aller tijden en ook Hall of Famer, zei het zo: “Dick was an animal. I called him a maniac. A stone maniac. He was a well-conditioned animal, and every time he hit you, he tried to put you in the cemetery, not the hospital.”

De toon is daarmee wel gezet. Met zijn fysiek, instinct en vooral hardheid stond hij model voor de positie waar hij vanaf 1965 negen jaar lang de norm heeft bepaald, die voor een deel tot op de dag van vandaag nog geldt. Wat betreft passie en wilskracht sowieso – maar ook met zijn snelheid en het vermogen om altijd die ene prooi te vinden: de man met de bal.

Hij heroverde in de NFL maar liefst 27 fumbles, een veelzeggende statistiek. Butkus tacklede zijn tegenstanders hoog, klemde ze vast en smeet ze als een lappen pop op de grond. Hij is ook omschreven als “the meanest, angriest, toughest, dirtiest player in the NFL” en als “animal, a savage, subhuman.” Dat laatste zat hem zelf niet lekker – hij las Shakespeare en vond het niet prettig om te worden afgeschilderd als domme bruut – maar eigenlijk was er ook weer niet zoveel tegenin te brengen dat het anders was.

Tegenstanders beaamden ook hoe gemeen hij was. Butkus zou hebben geslagen, gebeten en bespuugd, en spelers tot buiten de lijnen of zelfs de tribunes hebben opgejaagd. Zelf stelde hij dat-ie zich in de warming-up bewust kwaad maakte en dat er iets persoonlijks was. Hij vrat zichzelf op, en dat gaf de focus om te spelen. “Just to hit people wasn’t good enough,” zei teamgenoot Ed O’Bradovich. “He loved to crush people.”

Natuurlijk zijn we aan het romantiseren. En in de hedendaagse NFL, bijna zestig jaar later, is de stijl van Butkus waarschijnlijk niet één play toegestaan. Maar wat blijft, en waar het in zijn mythe over gaat – en waar hij ook zijn tweede loopbaan na zijn speeldagen aan te danken heeft – is de kick-ass mentaliteit. De old school, hard-nosed straatvechter. Symbool voor de positie van middle linebacker. Voor dat tijdperk van de NFL in het algemeen. En voor de Chicago Bears in het bijzonder, al werd er in zijn periode geen titel gewonnen.

Wat wel tijdloos is: Butkus zei dat zijn stijl om met ‘woede’ te spelen, een belangrijke factor in zijn carrière was. Dat is immers iets wat elke coach op elk niveau op een bepaalde manier verlangt van zijn middle linebacker. De alpha, de emotionele leider, de man die het vuur aansteekt, die fysiek en mentaal voorop gaat in de strijd en er met de buit vandoor gaat. De aard van een verdedigende American footballspeler in zijn meest ruwe, pure vorm.

Butkus, van Litouwse afkomst, bleef zijn hele carrière dicht bij huis. Hij was een kind van de Staat Illinois en het is passend dat hij zijn middelbare school, college (University of Illiniois) en profjaren in Chicago doorbracht. Zijn debuut was ook een voorbode: in zijn eerste wedstrijd voor de Bears maakte hij meteen 11 solo-tackles.

Ondanks zijn hoge niveau waren het magere jaren voor de Bears, eind jaren zestig en begin jaren zeventig. Niet één keer speelde Butkus in de play-offs. Wel stond hij in 8 Pro Bowls in 9 jaar tijd. In 1970 onderging hij al een knieoperatie en in 1973 overwoog hij om dat weer te doen. Toen de dokter hem vroeg hoe iemand in zijn (versleten) fysieke staat football kon spelen – of waarom hij dat uberhaupt zou willen – kondigde hij in 1974 zijn pensioen aan. Butkus was 31 jaar.

Na zijn NFL-carrière werd hij ook buiten de sport een beroemdheid. Butkus ging acteren, speelde in vele films (waaronder The Longest Yard in 1974, een must-see American football-film) en televisieseries. Hij gaf ook commentaar en analyses bij wedstrijden van de Bears op zowel radio als televisie.

Hij werd ook het reclamegezicht van allerlei producten, van anti-vriesmiddel tot bier. Hij speelde vaak zichzelf, waarbij zijn tough guy-imago altijd zijn zachtere persoonlijkheid camoufleerde.

Alhoewel, zelfkennis en humor had hij wel. “I wouldn’t ever go out to hurt anybody deliberately”, zei hij met een ironische knipoog. “Unless it was, you know, important … like a league game or something.”

Sociaal-maatschapplijk zette hij zich in via de Butkus Foundation, onder meer voor een ziekenhuis in California om vroegtijdig hartziekten te kunnen opsporen en via een bewustwordingscampagne om scholieren van prestatiebevorderende middelen af te houden. Sinds 1985 bestaat de Butkus Award, voor de beste linebacker in college en later ook zowel voor middelbare scholen als in de NFL.

Een aanrader is de foto op de homepage van de officiële website (Who is Dick Butkus? – Dick Butkus 51) waarbij de symboliek in één beeld is gevangen. Butkus, met besmeurd uniform, het iconische nummer 51, krassen en schaven op de helm, schreeuwend en tierend tegen een scheidsrechter. Strak aangespannen nekspieren, de felheid die hem typeert.

De zoon van Chicago – Hall of Famer in College en in de NFL – laat zijn vrouw Helen achter, met wie hij in 1963 trouwde toen ze studeerden in Illinois, en hun drie kinderen. Het loont de moeite om eens te kijken hoe hij was. Ik adviseer deze video: (6) Remembering the life and legacy of Hall of Famer Dick Butkus – YouTube

Het laatste word is natuurlijk voor Butkus zelf.

“Some people were made to be doctors, others to be lawyers”, zei hij. “I was made to play football.”

Rust in vrede, Dick Butkus.

Auteur Jeroen van den Berk schrijft wekelijks een column voor Gridiron. Hij was als speler actief in Nederland en Duitsland (2000-2018). Hij volgt de NFL op de voet sinds 1999 en is fan van de Detroit Lions. In Gridiron – The Magazine is hij ook te lezen met een verhaal over de Draft van 1983. Een abonnement op het magazine bestel je hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *